vrijdag 16 juli 2010

De bal is rond!

De bal is rond

Wij heten jullie van harte welkom op de website over onze wereldreis van 17 juli tot en met 7 augustus 2010. Wij vertrekken zaterdag 17 juli met een heerlijk gevoel, aangezien voor ons na een prachtig WK 2010 de bal helemaal rond is: Het afgelopen jaar is voor ons in verschillende opzichten turbulent, enerverend en uitdagend geweest. Niet in de laatste plaats vanwege de vele hoogtepunten in ons gezin: goede gezondheid, mooie vakanties, zakelijke successen, het behalen van MRE en MRICS titels, goede rapporten, de aanwinst van nieuwe familie en vrienden en – last but not least – de ervaring van ware liefde. Wij prijzen ons gelukkig en genieten optimaal van alle mooie momenten in het leven, maar voelen ons tegelijkertijd zeer betrokken bij de personen die momenteel met tegenwind door het leven cruisen. In het bijzonder leven wij mee met Tante Kit en wensen haar veel sterkte de komende tijd!

De bol is rond

Niet alleen de bal, maar ook de wereldbol is rond: wij vertrekken zaterdag 17 juli richting het Westen en als we het avondrood blijven volgen, komen wij op 7 augustus op dezelfde plek terug: ons geliefde Amsterdam! In de tussenliggende periode ziet ons programma er als volgt uit:
17 juli: Amsterdam – Miami
18 juli: Miami – Cancun – Playa del Carmen
19 juli: Playa del Carmen – Tulum
20 juli: Tulum – Chichen Itza
21 juli: Chichen Itza – Cancun – Mexico City
22 juli: Mexico City
23 juli: Mexico City – Big Island (Hawaii)
25 juli: Big Island (Hawaii) – Maui (Hawaii)
26 juli: Maui (Hawaii) – Oahu (Hawaii)
27/28 juli: Oahu (Hawaii) – Tokyo
29 juli: Tokyo – Bangkok
30 juli: Bangkok – Koh Samui
31 juli: Koh Samui
1 augustus: Koh Samui – Bangkok
2 augustus: Bangkok
3 augustus: Bangkok – Amman – Istanbul
4 augustus: Istanbul
5 augustus: Istanbul
6 augustus: Istanbul – Budapest
7 augustus: Budapest – Amsterdam

Doel van de reis

De eerlijkheid gebiedt te melden dat de oorsprong van het idee om in een beperkt timeframe een wereldreis te maken, is gelegen in een uiteenlopend wensenpakket over de bestemming van zomervakantie 2010. Het verlanglijstje bestond uit Thailand en Mexico, zodat we werden ‘gedwongen’ de reis creatief te plannen, temeer omdat we een timeframe van maximaal drie weken hebben, waarin we zonder onze kinderen op reis kunnen. Tijdens het plannen van de reis kwamen wij tot de conclusie dat doelloos rondzwerven ons onvoldoende voldoening zou geven. Zodoende hebben wij besloten het volgende culturele onderzoeksprogramma aan de reis te koppelen: een vergelijkende studie naar de invloed van verschillende godsdiensten (christendom, maya, ho'oponopono, shintô, boeddhisme, hindoeïsme en islam) op de maatschappij in de ruime zin.

Doel van de blog

Het spreekt voor zich dat wij onze druifjes – Féline, Nikki, Fiene & Boris – tijdens onze reis zullen missen. Deze blog is mede bedoeld als tool om Joep en Esther de gelegenheid te geven onze belevingswereld tijdens onze afwezigheid over te dragen aan onze kids. Daarnaast nodigen wij iedereen van harte uit om onze reis van dag tot dag te volgen en te participeren op deze website!

Veel liefs,

Yves & Martine

donderdag 15 juli 2010

Budapest - Amsterdam 7 augustus 2010

Welkomstregenboog op Schiphol, 7 augustus 2010, Amsterdam

Tram, 7 augustus 2010, Budapest

Fontein bij parlement, 7 augustus 2010, Budapest

Op de St. Stephanus Basiliek, 7 augustus 2010, Budapest

Bewaker bij de St. Stephanus Basiliek, 7 augustus 2010, Budapest

Op weg naar de St. Stephanus Basiliek, 7 augustus 2010, Budapest

Szechenyi Ianchid brug, 7 augustus 2010, Budapest
Museum in Buda, 7 augustus 2010, Budapest

Vissersbastion, 7 augustus 2010, Budapest

Vissersbastion en Matthiaskerk, 7 augustus 2010, Budapest

Vissersbastion, 7 augustus 2010, Budapest

Szabadsag brug, 7 augustus 2010, Budapest

7 augustus 2010: Budapest - Amsterdam

Als we midden in de nacht wakker worden om te plassen zijn we de weg kwijt. Waar zijn we, in welke stad, en waar zit het lichtknopje? Een paar uur later; Donker, nog steeds. De kwaliteit van de verduisteringsgordijnen blijkt iets te goed; Het is na negenen, het ontbijt sluit om 10.00 uur en we hebben een kamer met jacuzzi gehuurd die we nog met geen vinger hebben aangeraakt. Als twee mollen met dichtgeslagen ogen bubbelen we alsof ons leven ervan af hangt, binnen het timefrime wat ons gegeven is. Het ontbijtbuffet kan onze goedkeuring wegdragen, geen Lebua maar komt dicht in de buurt.

In de lobby staat ons transportmiddel van vandaag te glimmen. Geen paard, taxi, tuk tuk, trein, bus, ezel, pont, trabant, kano, metro of vliegtuig dit keer. Het stalen ros gaat ons helpen om vandaag de stad te verkennen. We hebben tot 15.00 uur alvorens we ons richting airport moeten begeven. Onze laatste dag van de wereldreis. Fantastisch verlopen tot nu toe. 15 vluchten achter de rug. Nauwelijks vertraging opgelopen, niet beroofd, geen enge ziektes opgelopen, de koffers zijn er nog. De raket in Aqaba op een haar gemist, geen aardbeving in Istanbul mee hoeven maken, geen vulkanische as die ons vluchtschema in de war heeft geschopt, geen hurricanes. Alleen een memorycard ergens op Hawaii verloren. Maar laten we het lot niet tarten.

Zonder helm gaan we op pad. Het is Hollands weer, heerlijk om te fietsen. Behendig sturen we onze mountainbikes door Pest, op weg naar Buda, niet te verwarren met de Buddha die we in Bangkok hebben ontmoet. We schieten de Szabadsag brug op, richting de Citadella heuvel. We stranden halverwege; traptreden verhinderen dat we de top bereiken. We nemen genoegen met het uitzicht dat ons geboden wordt, Budapest ziet er fantastisch, schoon en opgeknapt uit. Vooralsnog geen trabant gespot!

We gaan verder, langs de oevers van de Donau, op weg naar het vissersbastion op de volgende heuvel. Bij de Szecheneny brug slingeren we omhoog, nog aan de Buda-zijde van de stad. Een tour de France achtige klim, waarbij de straten nat worden van ons zweet. Maar dan verschijnt daar - als ware het een wonder - een teken van het oude Budapest, zoals dat nog in de herinnering van Martine leeft. De trabant, met 2 lekke banden weliswaar. Out of order. We klimmen verder en arriveren bij het Vissersbastion, in 1905 gebouwd aan de zijkant van de Matthias kerk. Het uitzicht over de stad is overweldigend. Zo is goed te zien dat Pest geheel vlak is en Buda heuvelachtig. De stad is pas in 1857 samengevoegd tot Budapest. De Matthiaskerk dateert uit de 13e eeuw, maar heeft sedertdien vele gedaanteverwisselingen ondergaan. De fresco's zijn eeuwenlang verborgen gebleven door de Moslims die deze met pleisterwerk hebben bedekt. In 1897 is de kerk grondig gerenoveerd, en nu is het interieur een mix van beeltenissen uit de bijbel en oosterse versieringen zoals tapijten. We fietsen verder, als snelle hazewindhonden de heuvel af.

We knallen de Szechenyi Ianchid brug over, en zien daar, hoe kan het ook anders, het Four Seasons hotel opdoemen. Een terugkerend thema gedurende deze reis. We laten het hotel links (of liever; rechts) liggen en fietsen de Zrinyi utca door. Hier treffen de St. Stephanus basiliek, tussen 1850 en 1900 gebouwd. We klimmen naar boven om daar al mijmerend van het uitzicht te genieten. De laatste uurtjes van de wereldreis. Heel bijzonder om mee te mogen maken, een besefmomentje. Wat is de wereld toch groot en afwisselend, en tegelijkertijd zo klein. Hongarije mocht enkele decennia geleden dan nog communistisch zijn geweest (in 1990 zijn pas weer vrije verkiezingen gehouden na 45 jaar), daar is nu weinig meer van te merken. De stad doet zeer Westers aan.

Nog een attractie; het Parlementsgebouw. Gebouwd om de eeuwwisseling te vieren, maar pas op 1902 (planning?) gereedgekomen. We besluiten dit gebouw van buiten te bekijken en de lunch aan de Donau te nuttigen.

Op weg naar het airport een sms-je van Eveline, onze buurvrouw. De memorycard ligt in onze brievenbus! Niet te geloven! We worden erg blij van dit bericht. Voor de laatste keer stappen we in het vliegtuig, omringd door Nederlanders, op weg naar het mooiste plekje op aarde, Amsterdam.

Istanbul - Budapest 6 augustus 2010

Palazzo Ziggy, 6 augustus 2010, Budapest

Topkapi, 6 augustus 2010, Istanbul

Topkapi, 6 augustus 2010, Istanbul

6 augustus 2010: Istanbul - Budapest

Kapot worden we om 9.00 uur wakker: opeenvolgende korte nachten, met drank, het voortdurende gevecht met de klok vanwege de tijdsverschillen en honderd procent in de actiemodus overdag beginnen hun tol te eisen. Never give up, vooral niet als er een ontbijtbuffet staat te wachten. Vlak voor de bel van 10.00 uur springen we als een stel standup comedians de oververlichte ontbijtzaal binnen. We verzamelen volgens gebruikelijk patroon de gewenste lekkernijen en bellen om 10.00 uur met de kids. Onze laatste ochtend Istanbul bestaat uit de bezichtiging van Topkapi, het paleis van de sultan waarbinnen 800 gewillige vrouwen (harem) 24/7 gedurende 400 jaar (tot halverwege 19e eeuw) tot zijn beschikking stonden. Al wandelend door het prachtig aangelegde park bij Topkapi mompelen wij dat een godsdienst met een dergelijke hoeveelheid vrouwen ter beschikking voor sommigen een zege zal zijn, maar dat ware liefde volgens ons alleen is voorbestemd bij een monogame relatie.

Vergezeld met entrance ticket en wikipedia ter vermijding van opdringerige gidsen banen we ons een weg door het met hoofddoeken en burka's bezaaide Topkapi. Het lijkt wel alsof iedereen in Turkije op deze dag vrij heeft... In Topkapi, bestaande uit een paleis met vier grote binnenplaatsen en met tegeltjes versierde gebedsruimten, badplaatsen en tuinhuizen, is het zwaard van de sultan de grootste trekpleister. Ons zegt het niet veel, al die met edelstenen en parelmoer ingelegde attributen, maar de Oosterse toeristen zijn er verguld van.

Rond het middaguur is de hitte zelfs in de schaduw ondraaglijk geworden en we besluiten koelte te zoeken in de Grand Bazaar. We moeten voor Bernard Linthorst nog een backgammonspel aftroggelen na een eerder gefaalde poging gisteren. Op weg naar de Bazaar breekt voor de zoveelste keer het gebrul van de Imams uit alle moskeeën. Staat ons klokje nog op de tijd van Amman? We zijn in verwarring, omdat het middaggebed ruim een uur eerder begint dan 13.38 uur op de vorige dag. Wat is dat toch? Het zal de hitte wel zijn, dezelfde hitte die ons doet besluiten in een geaircode taxi naar de Bazaar te gaan. 10 seconden later stappen we de taxi weer uit, omdat de Bazaar op vrijdag is gesloten. Nu wordt ons alles duidelijk - de vele Oosterse toeristen, het vroegtijdige gebed - want vrijdag is voor moslims zoals zaterdag voor joden en zondag voor christenen.

We besluiten af te koelen in ons nabijgelegen hotel en na een uniek ritueel afscheid van Istanbul laten we om 14.00 uur een taxi voorrijden om ons naar het airport te begeleiden op weg naar Budapest. We struinen het airport af naar een goede backgammonset, maar tevergeefs. Burger King helpt ons de tijd door en om 16.10 uur zetelen we ons op de emergency exit van Malev. We hebben het idee dat we Istanbul kennen en zullen hier zeker weer terugkeren.

Een soepel vluchtje brengt ons met een uur tijdsverschil naar Budapest. Het voelt alsof we thuis zijn: een aparte rij voor EU citizens. En natuurlijk druilerig weer, hetgeen toch enigszins onwennig aandoet in korte broek en poloshirt. Yves herinnert Martine aan een eerdere belofte van haar dat zij het programma in Budapest voor haar rekening zou nemen, omdat zij de stad op haar duimpje kent: 18 jaar geleden heeft Martine ongelukkigerwijs zonder geld een nacht in Budapest moeten doorbrengen (bus van dansschool was zonder haar vertrokken). Martine vertrekt geen spier en met pokerface maakt ze duidelijk dat alles in kannen en kruiken is. Al snel blijkt het eens met trabanten overspoelde Budapest in 18 jaar behoorlijk onherkenbaar te zijn verwesterd en we besluiten de stad toch maar gezamenlijk op de bonnefooi aan te pakken: de ultieme test voor een doorgewinterde worldtraveler...

Als een geoliede machine soepelen we ons al pinnend bij de bagageband en taxi regelend in noodtime naar Hotel Palazzo Ziggy, alwaar wij om 18.00 uur inklokken. Ook daar de automatische piloot: we besluiten fietsen voor de volgende ochtend te laten reserveren, we laten in het onovertroffen restaurant Rezkakas een tafel reserveren om 20.30 uur, we ontvangen complimentary drinks omdat onze jacuzzikamer nog niet gereed is (en een voorlopige suite om ons op te frissen) en om 19.00 uur zijn wij gereed voor een complimentary Hongaarse wijnproeverij.

De meer dan twintig wijnregios in Hongarije hebben sterk te lijden gehad onder het communistische regime. Sinds twintig jaar komen de Hongaarse wijnen op meer westers niveau. De Oostenrijkse Zweigelt druif overheerst in combinatie met Cabernet Sauvignon en Merlot, maar de Hongaarse Kekfrancos druif is de troef van de Hongaarse wijnmarkt. Het doet ons denken aan de zachtheid en souplesse van de Amarone wijn, maar het prijsverschil is groot. Voor een goede Kekfrancos zit je nog onder de magische grens van een tientje per fles. De Hongaarse wijnkundige helpt ons goed op weg en geeft ons veel aandacht. Duidelijk een ambitieus type (half jaar studeren in Hamburg en de Loirestreek) die de passiviteit van het communistisch regime snel doet vervagen. We constateren een groot verschil in houding tussen de oudere en jongere generaties.

Al enigszins tipsy van de wijnproeverij (uitspugen is taboe!) en van de vermoeidheid, stappen we in de taxi naar Rezkakas (aanrader!!!). Een eerste glimp van Budapest by night en dan horen we de Hongaarse livemuziek uit het restaurant komen. Meteen overvalt ons de herinnering aan Schindler's List, hetgeen het begin is van een diepzinnige avond met als hoofdthema 'de impact van gescheiden ouders voor een kind'. Intussen wordt ons zeer servicegericht allerlei heerlijkheden uit de Hongaarse keuken voorgeschoteld. De beelden van de maatschappij op de indrukwekkende postzegels met de opdruk 'Magyar Posta' zijn ongetwijfeld verwisseld door beelden van een westerse samenleving. Alleen het lagere prijsniveau en de onverstaanbare Slavische taal verraden nog dat wij niet in Noord-Europa zijn. We zijn te moe om dessert en koffie af te wachten en na een snelle taxirit moet ook de jacuzzi op morgen wachten. Nog even is het onrustig in de honeymoonsuite, maar om 11.30 uur wordt toch echt het signaal 'Hütteruhe' gegeven.

Istanbul 4/5 augustus 2010

Blauwe Moskee, 4 augustus 2010, Istanbul

Aya Sofia, 4 augustus 2010, Istanbul
Uitzicht vanaf Aya Sofia, 4 augustus 2010, Istanbul

Anjelique, 5 augustus 2010, Istanbul

House Cafe, 5 augustus 2010, Istanbul

Terras Bosporus Swiss Hotel, 5 augustus 2010, Istanbul

Backgammon en appelthee aan de Bosporus, 5 augustus 2010, Istanbul

Touristtrap Kumkapi, 4 augustus 2010, Istanbul

Zonsondergang vanaf Panorama Hotel, 4 augustus 2010, Istanbul

Topkapi Palace vanaf Panorama Hotel, 4 augustus 2010, Istanbul


Blauwe Moskee vanaf Panorama Hotel, 4 augustus 2010, Istanbul


Aya Sofia vanaf Panorama Hotel, 4 augustus 2010, Istanbul


Blauwe Moskee, 4 augustus 2010, Istanbul

Fatima in Blauwe Moskee, 4 augustus 2010, Istanbul

4 augustus 2010: Istanbul

We ontwaken uit coma om 8.30 uur local time in het boutique hotel White House Hotel (aanrader vanwege de centrale ligging). Na een uitgebreid kattenwasje dalen we af naar de kerkers van het hotel voor een ontbijtbuffet by TL-light. We kicken al snel af van het goddelijke Lebuabuffet in Bangkok, gooien de TL-verlichting uit en maken ons om 10.30 uur op voor een dag cultuur.

Eerst maar eens een goede cappuchino op een terras: het valt ons op dat de koffiebonen in Turkije duurder zijn, want voor minder dan 4 euro is er geen bakkie te vinden. (Zo ook bij de wijn blijkt later: minder dan 25 euro voor een fles is een zeldzaamheid: de eigen wijnen worden inefficient gemaakt en zijn van magere kwaliteit en de buitenlandse wijnen worden als delicatesse beschouwd.) We acclimatiseren en trekken ons plan.

Allereerst de oude Aya Sofia: in de 6e eeuw werd hier voor het eerst een kerk gebouwd en twee eeuwen daarna werd de kerk steeds herbouwd. Uiteindelijk wordt deze katholieke kerk omgevormd tot een moskee in de vijftiende eeuw en vanaf 1953 doet deze bijzondere plek dienst als museum. Het gebouw is prachtig met zijn grote koepel an 30 meter doorsnee in het midden en de architectuur is vanwege tegengestelde krachten bijzonder te noemen. Bijzonder is ook de manier waarop het gebouw toegang verschaft naar een hogere etage: geen smalle trap, maar een stijle weg. Het immense voorkomen van dit gebouw en de mix van katholieke mozaïken en Islamitische tekens dwingen respect af. We beseffen ons dat in deze kerk, waar ook de platen van de drie continenten samenkomen (en in de nabije toekomst ongetwijfeld voor een horroraardbeving zal zorgen), het katholieke geloof en de islam zijn samengesmolten. Een moment om stil te staan bij het thema van de reis.

Het is inmiddels behoorlijk heet geworden en we pingelen voor een euro twee flessen koud water uit de handen van een verkoper. Later zijn we meer streetwise en betalen we nog maar de helft. We krijgen signalen dat de Blue Mosque ieder moment gaat sluiten voor het middaggebed. Via een binnenplaats met hetzelfde formaat als de moskee sluipen wij via de achteringang als laatste binnen, maar niet voordat de schoenen zijn uitgetrokken en Martine zich in een blauwe burka hult. Ook deze moskee is heel groot, maar pas opgebouwd in de 17e eeuw. Haar naam heeft de moskee te danken aan de vele blauwe tegeltjes aan de muur. De symmetrische architectuur van de moskee is indrukwekkend vanwege de talloze koepels. Na de bouw van de moskee deed Mekka moeilijk, aangezien Mekka de meest minaretten diende te hebben. Dit spelletje 'wie heeft de grootste' is de Istanbul opgelost door Mekka een extra minaret te schenken. Na verloop van tijd worden we de moskee uitgeveegd en via de binnenplaats lopen we richting de Grand Bazaar.

Enigszins uit de richting stuiten we op Hotel Daphne, alwaar we het dakterras met fantastisch uitzicht op Marmariszee bewonderen. Hier wordt pas duidelijk dat de wachttijden om via de Bosporus naar de Zwarte Zee te kunnen varen behoorlijk lang zijn: een armada van vrachtschepen ligt voor anker aan de kust. Later leren we dat de stad Istanbul en Turkije grof geld vangen voor deze vaarroute. Toch handig, zo'n strategische ligging.

Aangekomen in de Grand Bazaar banen we ons een weg door de talloze winkeltjes met immense passantenstromen richting een binnenplaatsje om te lunchen (inmiddels 14.00 uur). Het lijkt of de tijd heeft stilgestaan: niemand spreekt Engels en als we proberen uitleggen dat we een spelbord backgammon willen (een normale traditie) kunnen we nog net voorkomen dat er een schaal met grote vissen wordt opgediend. Yves wordt met de woorden 'Burro Burro' uitgenodigd om met oude Turkse mannetjes een kaartspel mee te doen. Een gelukkige hand, twee tosti's en een appelthee verder, maken we ons uit de voeten en begint de strooptocht. Gepokt en gemazeld jongleren we de shirts, schoenen, spiegeltjes en kraaltjes voor een prikkie uit de handen van de verkopers. Na aangesmeerde fake aqua di gio voor 3 euro en de aankoop van zilveren ringetjes bij een uit Hilversum gevluchte Turk, begeven we ons bezweet naar het hotel.

Moe maar voldaan maken we ons mooi voor een avond Istanbul. We genieten met volle teugen van onze wijn en kaasplank bij zonsondergang in het panoramarestaurant bij het hotel (aanrader: 360 graden view, incl blue mosque en Aya Sofia). Daarna lopen we aanvankelijk - later de taxi in, want de Turkse bestrating blijkt ondoenlijk voor de hoge hakken van Martine - naar het toeristische Kumkapi voor dinner. We vechten ons door een horde proppers die de meest fantastische vissen aanprijzen, maar de feestverlichting en de vele Turkse dwijlbandjes verraden dat we in een touristtrap zitten. Met gezonde tegenzin laten we ons begeleiden naar de tafel en bestellen weer een Turkse fles wijn (weer niet te zuipen, maar we bijten door). Zonder de menukaart te hebben gekregen, worden ons allerlei hapjes aangeboden, waarvan wij bij voorbaat al weten dat het ons niet gaat bevallen. We eindigen met twee visjes. Later vernamen wij dat Kumkapi bekend staat als een wijk, waar de vis wordt gebakken en ingevroren om de vis na enkele dagen na oppiepen te kunnen voorschotelen aan nietsvermoedende toeristen. We eten nauwelijks en drinken des te meer. Lallend verlaten we deze verschrikkelijke wijk om een kijkje te nemen bij de boulevards van Marmaris. Ietwat onguur aandoende figuren begeleiden onze romantische tocht langs het water. Als we in innige omhelzing belanden, weet een jongetje niet hoe snel hij zijn rozen aan ons moet verkopen. Een ander jongetje loopt al op de muziek vooruit: hij komt met tissues aanzetten. We besluiten onze romantische avond in bed voort te zetten, maar dan komt in ons op dat een taxi niet snel voorhanden zal zijn in dit bijna verlaten park aan de snelweg. Slechts 2 seconden na dit besefmoment stopt wonder boven wonder een taxi met piepende remmen voor ons en brengt ons veilig naar het hotel. Een ijskoude douche brengt ons samen bij zinnen...

5 augustus 2010: Istanbul

Een zoemertje maakt ons wakker. Een zoemertje met een vervelend hamertje. Waarom? O ja, die turkse wijn. Niet goed. Even bijkomen. We grinniken om onze turkse tourist trap avond.

We slenteren naar beneden, de ontbijtzaal in. Ondertussen klikken we met een soepele handbeweging de TL verlichting uit. Uit de zaal klinkt een dankbaar geprevel. 'Romantic!'. De wereld ziet er zo heel anders uit.

Met gevulde maagjes gaan we op pad. We gaan met de ferry van het oude Europese deel naar het Aziatische deel vandaag, en vandaar weer verder naar het nieuwe Europese deel van de stad. We willen met de tram, om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de public transportation. Om met de tram te kunnen moet je een muntje halen (token), en een muntje haal je uit de automaat. De automaat staat niet bij de halte. Bij de automaat moet je lira's invoeren. Cash only, een principe dat wij - gezien onze ervaring van de afgelopen 3 weken - hadden kunnen weten. Cash hebben we, alleen de coupures zijn te groot. Zucht. We capituleren en ploffen in de taxi. Naar de pont richting Uskabar (wijk in Azie) alstublieft. De taxi rijdt 100 meter en stopt. Lopen is sneller, zegt de chauffeur. Ach, why not. De benenwagen laat ons nooit in de steek. Na een wandeling langs ongeveer 50 perzische tapijtwinkels (nuttig) arriveren we bij de kruising van de Marmaris-zee en de Bosporus. Toch al weer drie kwartier onderweg, erg efficiënt was deze verplaatsingsactie niet te noemen. Een goedmakertje; de trossen worden losgegooid als we nog net aan boord kunnen springen. We varen! We kunnen de regen grijpen, de golfslag op de Bosporus is immens, de turken hangen brakend over de railing. Wij wereldreizigers zien hooguit wat groen rond de neus als we voet aan wal zetten. Om als een haas op de volgende pont te springen; hij vertrekt zo en de volgende pas over 3 uur; op weg naar Besiktas (de voetbalclub). De turken hangen nu echt als uitgeknepen sorbo vaatdoekjes over de railing. Geen pretje als dit je dagelijkse woon werkverkeer erlebnis is. We hupsen het vaste land op, en happen naar adem. Het is heet, heel heet. We doen een poging om te lopen naar het restaurant dat Yves begin juni al heeft gereserveerd voor ons (de planner!) maar deze hitte is niet gezond meer. De koele taxi brengt ons tot voor de deur. Een prachtplekje, zo vlak onder de brug naar het Aziatische deel, naast de oude marmeren moskee van de stad. We drinken een icecoffee en mijmeren wat af. Yves belt met het thuisfront om vandaag - 5 augustus - samen stil te staan bij Edgar. Dan - als bij toverslag - begint het gebed. Natuurlijk, het is 13.18 uur. Omdat we op nog geen 10 meter van de moskee zitten klinkt het geschal oorverdovend. We doen naar hartelust mee. Gek genoeg zijn wij de enigen. Zelfs de meest zwaar gesluierde moslima's kijken niet op of om en gaan door met shoppen. Het valt op dat mannen en vrouwen hier nauwelijks samen optrekken. Er zijn activiteiten voor mannen (thee drinken, backgammon spelen, verveeld voor je uitstaren, spullen luidkeels verkopen) en activiteiten voor vrouwen (koffie drinken, voor de kinderen zorgen, winkelen, fluisteren). We hobbelen naar nachtclub Anjelique om te kijken of we hier vanavond terecht kunnen. De dame achter de balie maakt zich zorgen; op deze afgetrapte pumaatjes komen we er niet in. De club ziet er bij daglicht al fantastisch uit, benieuwd naar vanavond. In het naastgelegen House Cafe bevestigt Yves (Jeefez) de reservering voor vanavond; aan het water graag!

Geen bezoek aan Turkije zonder een potje backgammon. Aan het haventje klappen we het spel open onder het genot van een glaasje appelthee. Het eerste spelletje is nog even wennen voor Martine, maar dan is ze los en fanatiek worden de dobbelstenen over de tafel gesmeten. Het lijkt een kwestie van geluk maar niets is minder waar. We proberen allebei te winnen, maar bovenal elkaar van het bord te spelen. Tandenknarsend lachen we als een boer met kiespijn en roepen om het hardst dat het maar een spelletje is. Tijd om te gaan. De turkse mannen kijken ons hoofdschuddend na. Welke man gaat dan ook een spel met z'n vrouw spelen?
We nemen de taxi naar onze oude wijk om in de Bazaar nog wat verder te spelen. Het onderhandelingsspel. We worden er goed in en hebben er lol in. Met Bangkok nog in het achterhoofd is de Bazaar kinderspel voor ons. We krabben ons na 2 uur wat vertwijfeld achter de oren. Als we zo goed zijn in het spel, waarom lopen we dan met tassen vol spullen die we niet nodig hebben terug naar het hotel?

Na een korte opfrisbeurt stappen we in de taxi in een dresscode die hopelijk aan de wensen van club Anjelique voldoet. Maar eerst naar het Swiss hotel, alwaar een prachtig dakterras met dito bar een waanzinnig uitzicht biedt op de stad. We kunnen het voetbalveld van het naastgelegen stadion zien. De tribunes lopen vol; over anderhalf uur begint de wedstrijd. Het scanderen van leuzen is begonnen. We zitten hier prachtig maar hebben helaas maar kort de tijd; om 20.00 uur moeten we bij het House Cafe zijn.

Een complete traffic jam als gevolg van de op hande zijnde voetbalwedstrijd weerhoudt ons ervan om op tijd te komen. De taxi kent de straatjes goed en manouvreert zijn voiture handig door de smalle stijle straatjes van dit deel van Istanbul. Het tafeltje aan de Bosporus staat er nog, speciaal voor ons. Wat een bijzondere plek, zo onder de brug, naast de oude - nu prachtig verlichte - moskee, aan het water. Dit is allesbehalve een tourist trap. Chapeau Yves voor het reserveren van deze plek! Het eten is heerlijk, wat uitzonderlijk genoemd mag worden in Istanbul (volgens ons). Bij de naastgelegen club Anjelique wordt het drukker, de gasten worden per boot afgezet. De golfslag op de Bosporus is af en toe hevig door de enorme olietankers die hier door de zeestraat varen, nagenoeg onzichtbaar in het donker.

Na dit romantische samenzijn begeven wij ons naar de buren. Dresscode approved! Op het hoger gelegen terras zitten nog veel mensen te eten en we raken aan de praat met een Turk afkomstig uit Izmit, ongeveer 100 kilometer ten oosten van Istanbul. Vrijwel direct begint hij te praten over de grootste ramp die Istanbul te wachten staat, en waar alle turken hier in de omgeving voor vrezen; De aardbeving. De Euraziatische plaat waar Istanbul op ligt gaan binnenkort verschuiven en de verwachting is dat er tienduizenden doden zullen vallen. In Izmit zijn op 17 augustus 1999 reeds meer dan 20.000 doden te betreuren geweest.

We sluiten de avond af met een wilde dans op de dansvloer. Wat draait de DJ heerlijk. Istanbul is hip, maar wel voor de rijken. 2 drankjes kosten 60 Lira, 30 Euro dus.

Vlakbij het hotel zwerven we nog wat door de straten. Yves doet hier zijn beste koop ooit. 6 Lira voor 10 liter water, prima zo rond een uur of 3 's-nachts. De kameel is verzadigd en er volgt een kort nachtje...

Bangkok - Amman - Istanbul 3 augustus 2010

Aankomst in White House Hotel, 3 augustus 2010, Istanbul

Vliegveld, 3 augustus 2010, Amman

Dode Zee, 3 augustus 2010, Amman


Dode Zee, 3 augustus 2010, Amman

Marriott, 3 augustus 2010, Petra

3 augustus 2010, Petra

3 augustus 2010, Petra

3 augustus 2010, Petra

3 augustus 2010, Petra

Hoessein en Martine, 3 augustus 2010, Petra


3 augustus 2010: Bangkok - Amman - Istanbul

Het is 12 uur 's-nachts als we een laatste bezoek aan de toiletten van Bangkok brengen. We kunnen onze ogen niet openhouden als we wachten op het signaal om te boarden. Dat is maar goed ook. Onze missie is: SLAPEN! We hebben vandaag (!) een behoorlijk programma voor de boeg in Jordanie, en dat is een understatement. Nog voor take off is Martine in een psychedelische slaapmodus beland; de hele nacht droomt ze dat we in een vliegtuig vlak boven de bomen scheren, ons preparerend voor een noodlanding. Helaas hebben we op deze vlucht met Royal Jordanian vol met Jasser Arafats (he is still alive) geen fatsoenlijke beenruimte en Yves kan het tot overmaat van ramp niet echt vinden met de norse stewards. Wat een verschil met Japan Airlines.

Ons ochtendprogramma begint vroeg, zo rond 5 uur Jordaanse tijd. We kijken samen de film 'Date Night' en gieren het uit van het lachen. Een ietwat ingedut koppel gaat uit eten in Manhattan en belandt in een crimescene. Net voor het einde landen we al. Het vliegtuig gaat als een wilde tekeer en Martine doet (weer) een schietgebedje. De landing is echter smooth. Bij de douane worden we geconfronteerd met de Jordaanse paarse krokodil. We moeten een visum kopen in de lokale currency maar de pinautomaat is stuk. Uiteindelijk moeten we alles inleveren en mag Yves door de douane om te pinnen (Martine wordt als deposit vastgehouden). Weer aansluiten in de rij, die weer is aangegroeid in de tussentijd. We blijken met de paralympics deelnemers in het vliegtuig te hebben gezeten. 10 tallen rolstoelers - ieder 1 of meer ledematen missend, als gevolg van bermbommen? - staan voor ons in de rij bij de paspoortcontrole. Eindelijk, we zijn erdoorheen. Nu de huurauto nog. Er is hier geen toerist (niet te verwarren met terrorist) te bekennen. Auto's worden hier nauwelijks verhuurd, alleen aan idioten (lees; wij), en de Avis man belt zijn broer om te zeggen dat hij vandaag zijn auto moet afstaan.

Het lijkt (weer) eindeloos te duren, maar om 6.18 uur 's-ochtends lokale tijd (!!!) zijn we op pad, met water aan boord. Al snel zitten we midden in de desert. Allemaal oliesjeiks, geiten en fata morgana's. Eerst nog talrijk, daarna sporadisch. Volgens de informatie die we hebben gekregen duurt de tocht naar Petra 3 uur. Het is nu circa 25 graden, maar het wordt vandaag 45 graden Celsius, een uitdaging om 10 kilometer te gaan lopen naar het wereldwonder. In de buurt van Petra ontwaren we voor het eerst na 2 uur weer wat groen in de dorre woestijn. De toeristische trekpleister valt niet te missen. We rijden - nee, scheuren - op desolate wegen in een race tegen de klok. Om 16.00 uur moeten we weer op het airport van Amman zijn. Aan de andere kant van het land dus. Op nu.nl lezen we dat er net een raket op Akaba is geland. Een half uur rijden hier vandaan.

In Petra lachen de portretten van (voormalig) koning Hussein en zijn zoon (nu op de troon) ons toe. Deze portretten komen we nog ettelijke keren tegen vandaag. We krijgen ieder een paard aangeboden. Yves gaat echter voor geen goud op zo'n beest zitten. Sowieso is het voor ons dierendag vandaag. Na het kreeftincident zijn we vegetarisch geworden, voor vandaag althans. Een mooie dag, waarop Omi 92 jaar is geworden. We hebben nauwelijks nog batterij dus bellen haar vanavond in Istanbul. Onwerkelijk. Maar geen paard dus, naar korte tijd later blijkt niet voor niets. Het witte paard van ali baba en zijn 40 rovers stijgert en een wat vadsige toerist valt. Het paard is niet te temmen en trapt nog na. De man weet onder het paard vandaan te komen en strompelt weg. Goede beslissing, Yves. We naderen de siq, de kloof die ons naar het 2000 jaar oude plaatsje Petra leidt. De weg ernaartoe is prachtig, mooie rotsformaties, rode kleuren. En dan doemt de oude graftombe - als decor gebruikt in 'Indiana Jones and the last crusade' - voor ons op. Uitgehouwen in steen, 2 millenia geleden, indrukwekkend! Kamelen en ezels worden aan Martine aangeboden, en later ook aan Yves (in ruil voor Martine). Maar nee, het is dierendag. De hitte wordt ondraaglijk, het is tegen 10 uur in de ochtend. We lopen terug, de terugweg valt ons zwaar. Een klim van ongeveer 5 kilometer door de verzengende hitte, we zijn er stil van. Eenmaal in de auto nemen we de afslag naar het Marriott. Een prachtig uitzicht, onder het genot van een caffe latte en club sandwich. Tot zover de dierendag.

We rijden - op de hielen gezeten door de tijd - naar de dode zee. Deze zee ligt 400 meter beneden de zeespiegel, het laagste punt op aarde. De zee is zo zout dat je erop kunt zitten. Tegelijkertijd is een dergelijke tijdsbesteding maar kort mogelijk, omdat het water ervoor zorgt dat alle gaten in je lijf beginnen te prikken, en kort daarna te branden. we arriveren rond 14.45 bij de dode zee, en om 15.00 uur moeten we weer terug om op tijd bij het vliegveld te zijn. Haast dus. Bij gebrek aan alternatieven moeten we helaas 70 Jordaanse Dinars aftikken voor een dode zee ervaring. Na enkele minuten krantje lezen in de zee rent Yves met de modder nog op zijn wangen gillend de zee uit. Waar is de douche! Alles brandt! Het Marriott heeft gelukkig uitgebreide douche voorzieningen. Oeff. Even bijkomen, en dan weer actie! Het is 15.15 uur als we de poorten van het Marriott uitscheuren. Keurig op tijd boarden we, op weg naar Istanbul. Een korte vlucht, net lang genoeg om de film van vanochtend af te kijken. We zijn nu toch echt kapot.

In Istanbul worden we opgehaald door de shuttle service. We verblijven in een hotel midden in de oude stad. Het is al donker buiten, alles ziet er prachtig uit. We gaan al dit moois morgen ontdekken, te moe als we nu zijn. Maar wel voldaan!

Koh Samui - Bangkok 1/2 augustus 2010

The Golden Buddha, 2 augustus 2010, Bangkok
The Marble Temple, 2 augustus 2010, Bangkok
Bangkok by night vanaf Lebua, 1 augustus 2010, Bangkok




Ontbijt Fair House Hotel, 1 augustus 2010, Mae Nam

1 augustus 2010: Koh Samui - Bangkok

Al krabbend aan de nieuw verzamelde muggenbulten ontwaken we in onze thaise Fair House villa. Dit keer wel gekoeld.... Vandaag zijn we met geen stok aan de praat te krijgen. Maar na het ontbijt aan de kabbelende zee (en bij de blaffende zwerfhonden) hijsen we ons op onze scooter op weg naar de chaweng zee van gisteren. Vandaag is een relaxdag, in aanloop naar de monsterrace die we morgen gaan doen: in 2 dagen door Bangkok, vliegen naar Amman, naar Petra, naar de dode zee, en vliegen naar Istanbul.

Nonchalant zetelen we op onze hotel ligbedden (Imperial) en dobberen wat in zee. Alleen een goede spotter kan zien dat wij de zwemkleding op het hoofd dragen. We wanen ons in Blue Lagoon II als we besluiten nog even te gaan zwemmen in de paradijselijke zout-zwembaden van het complex. Een hotelmedewerker in uniform snijdt ons de pas af. 3000 Baht per persoon alstublieft. Ai. Gesnapt. Een bug in onze resort crasher-strategie. We besluiten onze Bahtjes liever in de pool bar uit te geven en verkassen. Aan de branding ontdekken we wat de mensen gisteren vroeg in de ochtend aan het doen waren. De beestjes in de schelpen (clams) lijken lange tongen te hebben waarmee ze zich vlak onder het zand ingraven. Nooit geweten, zo'n grappig gezicht! Bij elke golf verdwijnen 10-tallen schelpjes in het zand om zich te verstoppen. Een besefmomentje; als twee aangespoelde zeerobben genieten we intens van dit mooie plekje op aarde. De bal en de bol is rond!

We drinken nog een margarita om het af te leren en gaan op weg naar het vliegveld. Een detour leidt ons nog langs afgelegen duistere plekken. Zwerfhonden, krotten, de duistere kant van Thailand. Een jankend geluid overstijgt het scootergeluid. Een hond wordt aangereden en kruipt in de berm. We voelen een dierendag aankomen.

We leveren de scooter af en begeven ons richting de douane. Tot onze grote schrik neemt de vrouwelijke douanebeambte onze roze Thaise massageolie met fles in mannelijke vorm in beslag. Yves raadt de beambte aan het spul zelf te gebruiken en maakt duidelijk dat queen Gründemann not amused is met haar optreden. Het is ons duidelijk dat de Thaise douanebeambte een mooie avond voor ogen heeft. In het vliegtuig naar Bangkok zit Yves naast Koen Verdegaal. Een vriend van een huisgenoot van Yves uit Leiden. Met drie kids en vrouw 3 weken door Thailand gereisd. Hoort ons reis- en priveverhaal met een grijns aan.

In Bangkok voelen we ons weer thuis in Lebua State Tower. De was is gedaan, en ligt klaar in onze suite op de 57e (!) verdieping. Wat een uitzicht, nog mooier dan de vorige keer. We gaan met de taxi naar Patpong Market, een markt tussen allerlei sleazy barretjes, alwaar de sexindustrie welig tiert. 10-tallen mannen bieden Yves aan om hem naar ping pong shows te brengen. Dat Martine ernaast staat doet er niet toe. De drukte is overweldigend. Het contrast met het besefmomentje in de zee vandaag is immens. Onze maagjes knorren maar waar kunnen we veilig eten? Overal hoeren, sjacheraars, bbq's op straat, gelukszoekers, vrouwenexploitatie. Een tuk tuk driver wil ons 'helpen'. Voor 20 Baht naar een nice seafood restaurant. Why not? Dat wordt snel duidelijk. De driver neemt ons mee, 2 blocks verder. Hij geeft aan dat we niks hoeven te betalen als de eettent bij ons in de smaak valt. De tent is verschrikkelijk. Een tourist trap. We lopen weg maar daar is onze driver weer. Yves roept dat hij trek heeft in een big lobster en de driver weet wel een plek. We racen oneindig lang en hard door de stad. Martine vindt het niet meer zo grappig en doet een schietgebedje. Waarom voor 20 Baht (2 kwartjes) in een attractie gestapt die je dood kan betekenen? De tuk tuk rijdt inmiddels 150 km/uur door Bangkok by night. Horror. Bij het 2e restaurant prijkt een grote kreeft op de gevel. Er zit niemand. De parkeerplaats telt een roze taxi. Onze escape? De ober trekt aan de sprieten van de levende kreeft, rammelt aan de krabben om te bewijzen dat het echt allemaal leeft; de horror wordt ons teveel. Als nieuw-uitgeroepen vegetariers vluchten we, Martine wil voor geen goud meer in de tuk tuk. De roze taxi scheurt echter voor onze neus weg, ons achterlatend op een desolate plek in Bangkok, alles behalve Blue Lagoon II. Eerder Mission Impossible (IV). We moeten verder in de tuk tuk. De driver wil zijn commissie en sleurt ons naar een ping pong show. Het boeit de driver geen fluit dat Martine daar niet heen wil. Het begint verdacht veel op de film de hitchhiker te lijken. De rit lijkt eindeloos te duren. Uiteindelijk belanden we in een verschrikkelijke donkere steeg. Mannetjes, hoeren, Sodom en Gomorra. Hel op aarde. Martine zit te trillen als een rietje en Yves zegt cool dat dit niet is wat we willen. Hij brengt ons terug. Terug bij af. Maar veilig. Wat een avontuur. Bekomen van de schrik eten we drie garnalen en drinken 2 biertjes voor 70 euro (!) op het dak van onze veilige State Tower. Een ervaring rijker. Een illusie armer....

2 augustus 2010: Bangkok

We omhelzen elkaar en prijzen ons gelukkig dat we the dark night in Bangkok ongeschonden zijn doorgekomen. Na een innig samenzijn haasten we ons om het meest fantastische op aarde voor de tweede keer te mogen meemaken: het Lebua ontbijtbuffet! Dit keer verkiezen we een plek bij de swimmingpool: achteraf geen handige keuze, want we verliezen veel tijd door de grote afstand naar de buffetten. Ook de verzengende zon dient zich aan bij onze tafel en we zijn genoodzaakt te verhuizen. De verhuisbeweging valt in het niet bij het constante komen en gaan van tafel naar buffet en terug. Een repeterend patroon: als een geordende rij mieren gaan we heen, als een stel buffels grazen we de buffetten af en als hazewindhonden terug naar de plek waar de buit verorberd wordt. Om 11.30 uur capituleren we: tonnetjerond rollen we naar de kamer en brakken tot 14.30 uur in onze kamer uit. Om 15.00 uur moeten we de kamer uit en we herpakken onze actiemodus: koffers inpakken, sateliettas voor Jordanie, spullen in the storageroom en op pad voor de laatste uren Bangkok met het volgende programma: een boottocht, the grand palace, the golden buddha, the night market en afsluiten in bar Sirocco (in hotel), waarna we met de koffers richting airport vertrekken.

De op Duitse wijze geplande dag wordt doorkruist door onze ranzigheid in de ochtend, door de inmiddels stromende regenbuien over Bangkok, doordat the Grand Palace om 15.30 uur sluit en niet te vergeten, door een onbetrouwbare taxichauffeur. Tijd voor de volgende expertise: improviseren en tegenslagen altijd met humor aanvliegen! We skippen de boottocht vanwege het weer en de taxichauffeur wijst ons tijdens de rit naar Grand Palace op de vroege sluitingstijd, waardoor we het roer omgooien: meteen naar de Golden Buddha. We bewonderen de marmeren tempel, alwaar zojuist de KMT voor nieuwe monnikken is begonnen: in hun oranje gewaden zoemen zij tijdenlang met de billen op het marmer, terwijl wij ons in de stromende regen een weg banen tussen de plassen van de binnenplaats op zoek naar de gouden buddha. Ha, een gids, even vragen waar de buddha zich schuil houdt. En dan wordt het ons duidelijk, de veel te lange taxirit naar de golden buddha was feitelijk een rit naar de Marble Temple (ver uit de route en ver van Bangkok centrum). De taxichauffeur wilde blijkbaar een langer ritje; we zijn (weer) om de tuin geleid door een glimlach (zonder tanden).

Vastberaden gaan we in de stromende regen op zoek naar een taxi richting de golden buddha met het timeframe van 17.00 sluitingstijd en het tuktukverbod van Martine in het achterhoofd. Als we tot de bilnaad doorweekt zijn en er in geen velden of wegen een lege taxi te bekennen is in deze buitenwijk waar de tuktuks welig tieren, gaat de koningin alsnog overstag: it's tuktuktime again! We scheuren door het drukke verkeer (vanwege de regenbuien) en tikken uiteindelijk om 16.58 uur op de balie om een ticket voor de golden buddha in ontvangst te nemen. De golden buddha is in de 13e eeuw naar Bangkok gebracht door Rama III, maar vanwege angst voor beroving achter het pleisterwerk van de tempel geplakt. Pas in 1954 herontdekte men bij herstelwerkzaamheden de golden buddha (huidige straatwaarde van het goud: 20 mio. euro), hetgeen tot gevolg had dat men in het hele land pleisterwerk van tempels begon te krabben in de hoop meer gouden buddha's te ontdekken. We plegen onze buddhistische rituelen en vervolgen onze tocht naar Chinatown voor shopping.

En eindelijk hebben we ze door: als een keurig geklede Thai ons uitlegt waar we kunnen shoppen en eten en ons probeert in een speciale tuktuk te praten voor 20 Baht krijgen wij een blik van herkenning. We negeren het aanbod en in de nog steeds stromende regen vinden we in alle drukte uiteindelijk een keurige roze taxi met airco. Yves herinnert zich de tip van Verdegaal en loodst de taxi, eindelijk een man van weinig woorden, door alle drukte naar BKM shopping center (bij Siam Center). Een verademing om een tikkeltje Westers te zien tussen alle Oosterse ramsch en spontaan rennen we in de armen van onze grote vriend Mc Donalds.

De knop gaat om: it's shopping time voor de komende 2 uur. We trekken alle onderhandelingstechnieken uit de kast en ontdekken geijkte patronen: 1. My friend, how are you 2. Special discount 3. More discount if you take more 4. What is your last price 5. What is your absolutely last price 5. No, no, don't leave my friend 6. (achter je aan rennend) Ok, ok, your price, ok. We zijn tevreden met onze aankopen (en de verkopers ongetwijfeld ook) en keren bepakt en bezakt naar het hotel met een taxi die ons na het oppikken van de koffers meteen naar het airport brengt.

Wat is dit? Zowaar een keer geen stress en haasten om ons tijdig door de douane te loodsen. Rustig laten we ons inchecken, ook voor de volgende vlucht van Amman naar Istanbul, zodat de koffers geen ballast zijn in Amman. De klok slaat 12.00 uur en een volgende dag is begonnen als we bij de gate arriveren...

Bangkok - Koh Samui 30/31 juli 2010

Vuurshow, 31 juli 2010, Chaweng

Lightning in Chaweng, 31 juli 2010, Koh Samui

Imperial Resort, 31 juli 2010, Chaweng

Imperial Resort, 31 juli 2010, Chaweng

Imperial Resort, 31 juli 2010, Chaweng

Muang Falls, 31 juli 2010, Koh Samui
Lamai Beach, 31 juli 2010, Koh Samui

Winkelen tijdens scooteren, 31 juli 2010, Mae Nam

Ochtendwandeling, 31 juli 2010, Mae Nam

Avondduik Fair House Hotel, 30 juli 2010, Koh Samui

Honeymoon Fair House Hotel, 30 juli 2010, Koh Samui

Aankomst Fair House Hotel, 30 juli 2010, Koh Samui

Uitzicht vanaf Lebua, 30 juli 2010, Bangkok

Wat Pho, 30 juli 2010, Bangkok

30 juli 2010: Bangkok - Koh Samui

We ontwaken in onze suite op de 24e verdieping in de State Tower in Bangkok. Een paar uur geslapen slechts, dus een petit peu wattig in het hoofd. Een korte wandeling door de immense suite naar het raam om de gordijnen te openen. De verzengend hete zon staat om 8 uur al aan de strakblauwe hemel. De stad vol lichtjes is veranderd in een beige/geel gekleurde brij van gebouwen met bosjes wolkenkrabbers, waarvan vele nog in aanbouw. Fijn, hier wordt nog gebouwd. Crisis of geen crisis. We maken ons na het sorteren van onze vuile was voor de laundry service en een baddersessie in de badkamer die het predikaat balzaal gerust mag dragen op voor The Grand Buffet.

Het Waldorf krijgt het moeilijk: de competitie is zwaar in de race om het meest gevarieerde ontbijtbuffet. Dim sum, rijsttafel, frans kaasplankje, belgische wafels, japanse sushi, eggs benedict, thaise viskoekjes, italiaanse hammen, gerookte zalm... De gong van het einde van het buffet is gegaan, maar met name Yves kan niet meer stoppen. We overeten ons en halen het toilet van de suite niet meer. Goed dat deze wereldreis geen 6 maanden duurt.

We zijn klaar voor de stad. We kruipen in de tuktuk. Op weg naar de Reclining Buddha. Daar waar de Japanners hun sars kapjes overdreven vaak dragen in een atmosfeer die nagenoeg overeenkomt met de Zwitserse Alpenlucht zijn dergelijke beschermmaatregelen geen overbodige luxe in Bangkok. Niet de enige broodnodige beschermmaatregelen trouwens: 1 op de 100 thai heeft hiv. Als een vis op het droge happen we naar lucht, ons een weg banend door de Co2 overvloed die Bangkok rijk is. We spoelen, nat van het zweet en zwartgeblakerd van de uitlaatgassen aan bij de Wat Pho. Zwetend lopen we door het tempelcomplex. Door het zweet in de ogen missen we op een haar na de hoofdattractie. De Reclining Buddha is immens, en ligt als een romeinse keizer op z'n zij. Alleen de voeten van deze Buddha zijn al 2 x zo groot als Yves. We gooien tempelmuntjes in de koperen bakken die achter de rug van de buddha liggen. We trekken de schoenen weer aan en houden een taxi aan. Voor een prikkie naar het hotel en dan door naar de airport, met een satelliettasje. We laten de koffers in het Leboa State Tower, we komen hier op 1 augustus weer terug.

Op het vliegveld wordt Martine bij de bagage screening plots tegen de muur gedrukt. De thai beveiliger schreeuwt, blij dat hij de vangst van het jaar binnen heeft. Een geweer aan boord? Maar dan begint hij nog harder te lachen. Scuba diven, yes? Tja. We hebben als bagage slechts 2 handdoeken en 2 snorkelsetjes mee. De vlucht naar Koh Samui is kort, maar net lang genoeg om in onze pas aangeschafte Lonely Planet lookalike te kunnen lezen waar we naartoe gaan. Een ooit ongerept paradijs op aarde, intussen door 1 miljoen (!) toeristen per jaar overspoeld. 21 bij 25 kilometer, 45.000 inwoners. Eenmaal geland ontberen we nog vervoer tussen airport en hotel. En we zijn iets heel belangrijks vergeten mee te nemen; de DEET. Het is weer muggentijd. Doet ons weer terug verlangen maar Yucatan. De bus naar het hotel is 400 Baht, mits nog 3 andere busklanten gevonden. De taxi is 600 Baht. De brommer is 300 Baht per dag. Voordat we onze mond opendoen is de prijs 250 Baht per dag. Het wordt dus de brommer. Als Annie en Bob de Rooij scheuren we naar ons resort, Fair House villa's. Nu al handig dat we geen koffers bij ons hebben. Een schattig onderkomen op een rustig deel van het eiland. Wel even wennen; de weg ernaartoe valt nog het beste te vergelijken met een sloppenwijk. Zwerfhonden, stank, krotten, het is niet erg fraai. Op het resort is de nacht bijna ingetreden en zwermen de muggen om ons heen. We vluchten - ondertussen aan alle kanten lekgestoken - naar het zwembad. Onder water zijn we veilig. In het donker lopen we het strand op, alwaar Yves met een luide kreet op zijn billen belandt. De bodem is bezaaid met padden. Bekomen van de schrik lonkt de zee. Vlak voordat we de ruisende zee betreden begint het zand te bewegen; we hebben dde krabben wakker gemaakt. Heldhaftig als we zijn doen we nog een poging, maar dan horen we gegrom. Witte tanden lichten op in het schijnsel van de maan: hier woont een schare zwerfhonden. Met de staart tussen de benen druipen we af, en gebruiken ons maaltje in het bijbehorende restaurant na een heerlijke thaise massage. Al mijmerend - ondertussen de muggen verjagend - nemen we het leven door. Het is weer mooi geweest voor vandaag. Morgen gaan we op zoek naar de watervallen...

31 juli 2010: Koh Samui

Om 5.15 uur openen wij al de ogen: we voelen ons moe, maar Martine kan de slaap niet meer vatten vanwege de warmte in de kamer. Ook Yves ligt te woelen: hij had al eerder die nacht de airco vol kouder gezet en zint nu op een manier de aansprakelijkheid van het hotel voor ons slaapgebrek vanwege een kapotte airco in klinkende munt om te zetten. Eigenwijs als ze is, checkt Martine de airco nogmaals, en dit keer niet geheel onterecht. De kaboutertjes hebben de airco op 30 graden gezet en met een ferme slinger aan de knop begint de airco ijskoude lucht te spuwen. Het leed is echter al geschied, Martine stelt Yves voor te gaan zwemmen in de pool, maar in het donker slaat Yves het aanbod af. Toch verjagen we om 5.45 uur de wilde honden, juigen we het opzwepende geluid van de kikkers toe en lopen wij over de desolate stranden van Mae Nam. Het enige teken van leven zijn de terugkerende vissers en de Thaise bejaarden, die naar clams zoeken in de branding. Het achterland is een rommeltje, bedekt onder een bos van palmen.

Na een fikse wandeling en een opvolgende Thaise massage wordt het rond 9.30 uur tijd voor het ontbijtbuffet. We zijn in Lebua verwend, maar ook dit buffet mag er wezen. Ook Kameel Urlings (Jordaanse uitspraak) vergezelt ons met zijn vriendin en wij rijden gezamenlijk met scooters het resort uit richting Chaweng.

We rijden echter zo hard dat we al ver voorbij Chaweng zijn, voordat we er erg in hebben, en ook de benzinetank blijkt leeg. Dan maar naar Lamai beach, ook geen straf: we drinken cappuchino om ons in te vechten in Winston resort en plonzen voor het eerst de goddelijke zee in. Hagelwit strand en 28 graden water doen ons in extase belanden. Met een duik in het zwembad verlaten we Lamai op zoek naar DE waterval van 80 meter verval op het eiland.

We scooteren op de linkerhelft van de weg en ontwijken de kuilen. Het eiland doet ons nog enigszins onderontwikkeld aan en Martine's handen jeuken om de boel weer van scratch af aan op te bouwen. Aangekomen in het zuiden parkeren we de scooter en verwachten we de waterval van Maong (2) te zien. Helaas, we moeten nog een half uur de berg oplopen alvorens dit wonder te aanschouwen. Alhoewel het ons toch enigszins als een touristtrap doet overkomen: elephantrides, palmcablerides, squadrides en andere attracties passerend, komen we via heuvels vol palmen en watervallen aan bij een uit de hand gelopen stroompje. Niet te vergelijken met de enorme stromen over ons voorhoofd, dus tijd voor een duik.

We rennen zo snel mogelijk naar onze scooter en knallen naar Chaweng. Hier werkt dezelfde truc bij Imperial resort & spa: 2 Margarita Pink in een prachtig resort aan het meest fantastische strand, gemoedelijk overlopend in turquoise water. Het zwembad is gevuld met zeewater. We besluiten te blijven hangen en ons in te schrijven voor het bbq-event op het strand. Al enigszins beschonken van de Margarita's en verguld van het paradijselijke plekje en elkaar, maken we ons op voor het bbq-feest, dat zorgvuldig door het personeel wordt voorbereid met vuurkorven en de plaatselijke Filippijnse band.

We zitten aan de zeekant en genieten van wijn, bbq, muziek, zonsondergang en feestverlichting, als het eerste gerommel zich aandient. Storm op komst? Het personeel verzekert ons van niet. Toch leidt het bij ons tot sneller eten, en niet geheel onterecht, want de lichtflitsen komen steeds dichterbij. Uiteindelijk wordt het personeel ongerust en alles wordt naar binnen geevacueerd. Wij zitten first row als het echte schouwspel begint: een ritmische Thai danst op housemuziek met vuurstokken, terwijl achter hem de lichtflitsen luister bijzetten. Met onze laatste krachten grazen we het buffet leeg en knallen met de scooter huiswaarts, voordat de storm losbarst. Na een praatje met Kameel - die tegelijk met zijn scooter in het hotel aankomt - over de vorming van het nieuwe kabinet groeten we onze kikkers met hun horny sound en kruipen wij onder het genot van een loeiende airco dicht tegen elkaar aan.